Voor het bepalen van de rente zijn de marktprijzen leidend: SamenInGeld kijkt hiervoor naar de zogenaamde “12-maands EURIBOR” en stelt vervolgens op basis van een commerciële inschatting een initieel rentetarief vast. Vervolgens wordt daar bovenop een renteopslag gerekend op basis van drie factoren:
- Schijftype
- Looptijd
- Vastgoedtype
De bovengenoemde factoren bepalen het rentebasistarief. Vervolgens wordt in een individueel geval beoordeeld of een rentekorting van toepassing is. Hierna worden deze verschillende rentefactoren in meer detail toegelicht.
Factor 1: Schijftype
SamenInGeld werkt met een schijvensystematiek. Dat betekent dat het te financieren bedrag wordt “opgeknipt” in vier verschillende hypotheken op basis van de volgende verdeling:
Schijf 1A: Aflossingsvrije hypotheek voor 0% tot 50% van de taxatiewaarde.
Schijf 1B: Aflossingsvrije hypotheek voor 50% tot 70% van de taxatiewaarde.
Schijf 2: Annuïtaire hypotheek voor 70% tot 85% van de taxatiewaarde.
Schijf 3: Annuïtaire hypotheek voor 85% tot 90% van de taxatiewaarde.
Voor elke schijf wordt dus een aparte hypotheek afgesloten (in dezelfde hypotheekakte). Dat betekent dat elke schijf een andere rangorde heeft bij de uitoefening van het hypotheekrecht. De volgorde bij het uitoefenen van het hypotheekrecht is als volgt: eerst schijf 1A, dan schijf 1B, daarna schijf 2, en, tot slot, schijf 3.
Het schijftype is daarmee bepalend voor het risico dat een investeerders zijn investering verliest bij uitoefening van het hypotheekrecht. Om die reden wordt voor elke hoger gelegen schijf een hogere renteopslag in rekening gebracht.
Factor 2: Looptijd
Naast de volgorde van het hypotheekrecht, is ook de looptijd van de lening een belangrijke risicofactor. Daarbij geldt de regel: hoe korter de looptijd, hoe lager de rentevergoeding. Om die reden wordt voor elke langer lopende financiering een hogere renteopslag in rekening gebracht.
Factor 3: Vastgoedtype
Naast de volgorde van het hypotheekrecht en de looptijd is ook het vastgoedtype van de lening een belangrijke risicofactor. Daarbij geldt de regel: residentieel is minder risicovol dan gemengd, en gemengd minder risicovol dan zakelijk. Dienovereenkomstig wordt een hogere renteopslag in rekening gebracht.
Rentetabel basistarief
Het bepalen van de renteopslag per schijftype en looptijd is gebaseerd op een professionele en commerciële inschatting. De opslag voor het type pand is gefixeerd en bedraagt voor vastgoedtype “gemengd” 0,75% en voor vastgoedtype “zakelijk” 1,50%. Dat resulteert in de onderstaande (publieke) rentetarieven: